Samenvattingen Informatica

Scroll to Top Button Snel naar

Snel naar

➥INLEIDING ➥HOOFDSTUK 1 ➥HOOFDSTUK 2 ➥MODULE 6 HOOFDSTUK 1

Inleiding

Alle stof samengevat

Hoofstuk 1

Datacommunicatie is eigenlijk gewoon de manier waarop computers met elkaar praten. Stel je voor dat je een bericht naar een vriend stuurt. Jij bent dan de "zender", je vriend is de "ontvanger", en het medium is bijvoorbeeld een berichten-app op je telefoon.

In de wereld van datacommunicatie zijn er ook zenders, ontvangers en een soort "weg" waarlangs de gegevens reizen. Het gebruik van netwerken, zoals het internet, maakt het handig omdat verschillende apparaten en software samen kunnen werken.

Het internet is een mega groot wereldwijd computernetwerk. Het bestaat uit allerlei netwerken van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties. Je kunt er allerlei dingen mee doen, zoals surfen op het World Wide Web, e-mails versturen, telefoneren, bestanden downloaden, chatten en samenwerken.

Het World Wide Web is een soort dienst op het internet waarmee je gemakkelijk dingen kunt doen. Het bestaat uit miljoenen websites met aparte webpagina's. Zoekmachines helpen je om dingen op het internet te vinden. Je hebt een computer met een modem, een browserprogramma en een provider nodig om ermee te werken.

USENET is als een nieuwsdienst op het internet, waar duizenden computers nieuws met elkaar delen.

Downloaden betekent gegevens ophalen van het internet, terwijl uploaden betekent gegevens sturen naar het internet. FTP (File Transfer Protocol) is een set programma's die worden gebruikt om bestanden tussen verschillende systemen op het internet of lokale netwerken te verzenden.

Een intranet is als een soort internet voor een bedrijf. Het kan handig zijn om belangrijke informatie te delen, communicatie te verbeteren en papierwerk te verminderen.

Een extranet is een soort privégedeelte van het internet dat ook gebruikt kan worden door een specifieke groep mensen buiten het bedrijf.

Videoconferencing, ook wel videovergaderen genoemd, gebeurt vaak via het internet. Het is als een vergadering, maar dan via video.

E-learning, studeren via het internet, wordt steeds populairder. Hierbij wordt vaak gebruikgemaakt van een elektronische leeromgeving (ELO).

Dankzij internet en intranet wordt thuiswerken, ook wel telewerken genoemd, steeds populairder. Telewerken heeft voordelen, zoals flexibiliteit, hogere productiviteit en minder tijd en kosten voor woon-werkverkeer. Maar er zijn ook nadelen, zoals de behoefte aan discipline, kosten voor het inrichten van een thuiswerkplek en minder persoonlijk contact met collega's.

GSM is een digitale standaard met wereldwijde dekking. Veel mensen gebruiken hun mobiele telefoon of smartphone niet alleen voor bellen, maar ook voor sms'en, internetten en foto's maken. GPRS is een aanvulling op GSM en biedt snelle gegevensoverdracht. UMTS, de opvolger van GPRS, biedt nog hogere snelheden.

GPS, een Amerikaans systeem met 24 satellieten, stelt mensen in staat om hun positie op aarde vrij nauwkeurig te bepalen met behulp van een GPS-ontvanger. GLONASS is het Russische equivalent, en Europa werkt aan het eigen systeem genaamd Galileo.

RFID is een methode om op afstand informatie van speciale tags te lezen met behulp van radiogolven. Een RFID-tag bestaat uit een chip en een antenne. Er zijn actieve en passieve tags. Sommigen maken zich zorgen over de privacy, maar RFID maakt bijvoorbeeld ambient computing mogelijk.

Datacommunicatie wordt toegepast in betaalautomaten (pinnen of chippen) en internetbankieren.

Datacommunicatie heeft ook geleid tot een nieuwe manier van zakendoen, genaamd e-business of e-commerce. Dit omvat het kopen, verkopen en betalen van diensten en producten via internet. We onderscheiden B2C (bedrijf naar consument), B2B (bedrijf naar bedrijf) en C2C (consument naar consument). Het probleem van veilig betalen is grotendeels opgelost met de komst van iDEAL.

Ga naar Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Een lokaal netwerk (Local Area Network, LAN) is een netwerk met een klein bereik. Het verbindt verschillende werkstations met een krachtig computersysteem, de server. Als het netwerk over grotere gebieden strekt, noemen we het een Wide Area Network (WAN).

Bij netwerken komt vaak distributed processing voor, waarbij het programma draait op de microprocessor (CPU) van de pc in plaats van op die van de server. Bij grotere computers, zoals minicomputers of mainframes, gebeurt de verwerking centraal, wat central processing wordt genoemd.

Enkele voordelen van netwerken zijn lagere softwarekosten, gelijktijdige toegang tot gedeelde gegevens, gezamenlijk gebruik van bronnen voor kostenbesparing, en eenvoudige gegevensuitwisseling tussen gebruikers.

De netwerktopologie verwijst naar hoe computers onderling zijn verbonden. Belangrijke topologieën zijn onder andere busnetwerk, ringnetwerk, maasnetwerk en sternetwerk.

Een server is een krachtig computersysteem dat clients (werkstations) bedient. Er zijn verschillende soorten servers, zoals fileserver, printserver, mailserver en applicatieserver. Peer-to-peer netwerken hebben gelijkwaardige pc's zonder specifieke server.

Netwerken moeten goed worden beveiligd, vooral als er een verbinding met het internet is. Logische en soms fysieke toegangsbeveiliging, samen met firewalls, worden gebruikt. Beveiliging omvat authenticatie (gebruiker is wie hij beweert te zijn) en autorisatie (toegang tot bepaalde bestanden en mappen).

Veelgebruikte transportmedia in netwerken zijn coaxkabel, twisted pair kabel (UTP en STP), en glasvezelkabel. Draadloze netwerken (WLAN's) worden steeds populairder.

Een netwerkinterfacekaart zorgt ervoor dat signalen van een computersysteem aan de netwerkkabel worden aangeboden. Het type kaart hangt af van de gekozen topologie en bekabeling met gewenste transmissiesnelheid.

Een modem zet digitale gegevens om in analoge signalen voor verzending over telefoonlijnen (moduleren) en vice versa (demoduleren) aan de ontvangende kant.

ADSL is een asymmetrische technologie voor datacommunicatie over koperdraad met hogere downstream dan upstream snelheden. Een splitter en ADSL-modem zijn vereist. Kabelmodems worden gebruikt voor internetverbindingen via dezelfde kabels als radio- en tv-programma's.

Transmissiesnelheid, uitgedrukt in bits per seconde (bps), is de snelheid waarmee gegevens worden verzonden. Protocollen, zoals TCP/IP, HTTP en FTP, stellen regels vast voor gegevensoverdracht.

Het OSI-referentiemodel bestaat uit zeven lagen en beschrijft hoe hardware en software op een gelaagde manier kunnen samenwerken voor effectieve communicatie. Het TCP/IP-model heeft vijf lagen en wordt gebruikt voor grootschalige internetcommunicatie, met TCP en IP als centrale protocollen.

Foutcontrole kan worden uitgevoerd met CRC (Cyclic Redundancy Check).

Een IP-adres is een uniek nummer waarmee computers in een netwerk worden geïdentificeerd. DNS vertaalt IP-adressen naar begrijpelijke namen. DHCP is behulpzaam bij het dynamisch toewijzen van IP-adressen.

Ga naar Hoofdstuk 2

Module 6 Hoofdstuk 1

Projectmanagement en projectmatig werken zijn begrippen die misschien nieuw lijken, maar het idee erachter is zo oud als de mensheid. Zelfs de bouw van de oude Egyptische piramides zou je kunnen beschouwen als projecten, zij het zonder moderne tools zoals netwerkdiagrammen.

Een project, een tijdelijke samenwerking, heeft als doel binnen een vastgestelde tijd en budget een vooraf gespecificeerd resultaat te bereiken. Projectmanagement is dan het uitvoeren van het project volgens een vooraf opgesteld plan, zodat het op tijd gereed is, binnen het budget blijft en voldoet aan de specificaties.

Elk project begint met een plan van aanpak, waarin activiteiten, planning en resources zijn vastgelegd. Activiteiten zijn afgeronde handelingen, zoals het organiseren van een straatfeest. Een goede planning is cruciaal en kan worden ondersteund door tools zoals GanttProject of Microsoft Project. Netwerkdiagrammen en strokenplanningen helpen bij het visualiseren van activiteiten en afhankelijkheden.

Het kritieke pad geeft aan welke activiteiten de einddatum bepalen. Resources, zoals mensen, papier, computers, en machines, zijn essentieel bij het uitvoeren van een project. Het controleren van de beschikbaarheid van deze resources op het juiste moment is van groot belang bij het maken van een projectplanning.

Ga naar Module 6 Hoofdstuk 1